Nog aan het werk, was ik stik jaloers op mijn twee poezen en hun vermogen om het leven te nemen zoals het is. Om heerlijk in het zonnetje te liggen soezen. Of voor de haard bij minder weer. Zij gaan op jacht en aan het werk als het hun uitkomt. Als zij er zin in hebben en niet wanneer de omgeving het van hen verwacht.

Nu zit ik eindelijk in die poezensituatie en lukt het me maar niet om net zo ontspannen op een fauteuil te liggen ronken. Of om lekker door mijn tuin te flaneren en af en toe een aai op te halen bij mijn gezinsleden.

Nee, ik maak me nog steeds druk om allerlei triviale zaken. Zoals de blogs die ik van mezelf minimaal één keer in de week moet posten. Dit bezorgt me letterlijke kopzorgen. Bij alles wat ik zie of meemaak bedenk ik me of dit schrijvenswaardig is. Of bij alles waar ik me druk over maak – en dat is op dit moment nogal wat – bedenk ik hoe ik dat kan verwerken in een mooi stukje proza.

Mijn puberende kinderen zorgen ook voor nogal wat energielekken. Het begint ’s ochtends al. Ik begin op normale toon: wakker worden, de wekker is gegaan, je moet over drie kwartier naar school. Een half uur later gil ik met overslaande stem en struikelend over mijn woorden: je hebt nog maar een kwartier ….  (lelijke woorden), schiet op, kleed je aan, pak je tas in, vergeet je boterham niet ….  (nog meer pedagogisch onverantwoorde woorden).

Tussendoor heb ik dan van alles geprobeerd. De – ik houd het bij mezelf – route; lieve … dit kost me zoveel energie, ik vind het zo jammer als we zo de ochtend beginnen, ik kan me niet voorstellen dat dit voor jou wel een fijne start is. Of de – aanspreken op hun redelijkheid – route; we hebben toch met elkaar afgesproken dat je ’s ochtends je eigen wekker zet en gelijk zou opstaan. Pubers, redelijkheid en verantwoordelijkheid – Mariek, je zou toch beter moeten weten.

Gedurende de rest van de dag is één van de pubers niet te stoppen, de ander niet aan de gang te krijgen en de derde stopt bij voorbaat, omdat hij bang is niet te voldoen aan verwachtingen.

En daar tussendoor kom ik de hele week tot weinig. Ik kijk wat tv, zit op mijn telefoon te candycrushen, scan de krant, maak wel altijd de sudoku onder het genot van een verse cappuccino, doe af en toe een was in de wasmachine of maak een mooie herfstwandeling.

Hé, ben ik misschien toch al wat meer op de poezentoer dan ik dacht!