Weet niet zo goed wat er met me aan de hand is. Lijk wel een op drift geraakt stuurloos schip in een oneindige oceaan. Nergens vaste land in het vizier. Nergens een bestemming. Alleen maar woelige golven. Dan eens van rechts, dan weer van links. Soms met flinke mee- en soms met flinke tegenwind.

Het water is troebel van het plastic en de algen die welig tieren omdat de temperatuur dat toelaat. Ook daar geen vergezichten, maar verstrikking met het roer van mijn bootje.

En de bodem lonkt; laat de zwaartekracht haar werk doen. Hub naar beneden, kopje onder. Mee in het moeras. Stoppen met hopen. Stoppen met vechten tegen containers vol schijnwelvaart. Laat het los….

Maar ik wil niet mee dobberen op het leed van de aarde. Mijn zuidwester over mijn ogen trekken. Doen alsof ik het niet kan zien.

En dus blijf ik daar liggen. Meedeinend. Zonder anker. En weet het gewoon even niet meer.