e van rozen

r was eens een meisje dat vol goede moed aan haar blog begon. Ze was er best tevreden mee. Hij was pittig, grappig en sloot aan bij het thema waarover ze wilde schrijven – haar avonturen als Toos Werkeloos.

Maar hij was eigenlijk ook niet zo aardig. Niet zo aardig voor een mens van vlees en bloed. En tja, was dat nu wel de bedoeling. Wat was wijsheid? Een lekker pittige blog die zeker hoge lezersogen zou scoren of een slap aftreksel dat niemand zou raken?

Ze vroeg om advies. Adviesorgaan één bestond uit empathische vrouwenzielen. Vond ze haar blog dan niet erg moraliserend? (Duhu). En zou ze niet eerst de persoon in kwestie zelf haar feedback geven? (Dat was wel heel rechtschapen en deugdelijk). Adviesorgaan twee bestond uit blogexperts in wording. Wilde ze soms té aardig zijn? (Tuurlijk). En konden haar blogs sowiezo niet wat pit gebruiken, ze waren zo kabbelend. (Auw).

Maar uiteindelijk moest ze natuurlijk zelf een besluit nemen en de gevolgen daarvan heldhaftig ondervinden. Ze besloot dat er al genoeg heksen waren in haar sprookjeswereld. Ze wilde haar feeën-diploma halen alvorens ze haar blog plaatste.

En ze leefde nog lang en gelukkig.