Mijn maandagen begin ik altijd met opstartproblemen. Ik begin die dagen gesloopt, sloom, stroperig. Zo ook vandaag. In het weekend allerlei wilde plannen en ideeën over wat ik de komende week ga doen. Ik zie het helemaal voor me. En dan is het maandagochtend en is alle energie gewoon weg. Door het gaatje. Zo had ik echt het voornemen om deze week lekker veel te gaan schrijven. Zowel aan mijn blog(s) te werken als me te storten op een wedstrijd van de schrijversacademie; het schrijven van een thriller van 1000 woorden. Dat leek mij toen heel overzichtelijk en te doen. Maar in plaats daarvan zit ik alles uit te stellen, de krant te lezen en zelfs de sudoku te maken.
Ondertussen is mijn lijf stram en doen al mijn spieren pijn – ook diegenen die ik nodig heb om dit op te schrijven – van het werken in de tuin. Wat overigens heerlijk was. Zo gedachten-loos met je vingers wroeten in de aarde. Aarde die nog wat weerbarstig is en lijkt op mijn maandagochtendgevoel. Er zit ergens hoop en nieuw leven verborgen onder die rotte bladeren en het verweerde bovenlaagje. Dat laagje hoeft er alleen nog maar afgeschraapt te worden en de zon en alle andere weerelementen doen de rest.
Wie of wat helpt mij dat laagje eraf te schrapen? Of ben ik te ongeduldig? Want natuurlijk komt dat nieuwe leven er toch wel doorheen. Het duurt misschien ietsje langer, maar groeien zal het.
mooi stukje!