De Kriegerhorn beklimmen is dé uitdaging van onze vakantie. Hij is met zijn 2.173 meter één van de hoogste punten in het Lech ski-gebied. De klim gaat door het Sagenwald, waar we ruim vijfhonderd meter moeten stijgen over een afstand van twee kilometer.

Deze ultieme uitdaging blijkt al snel een beproeving. Na de eerste vijftig meter vragen we ons af waar we in hemelsnaam aan begonnen zijn. Dat wordt gaandeweg nog prominenter als blijkt dat we na elke vijf stappen voorwaarts, of liever hoogwaarts, zeker tien seconden nodig hebben om op adem te komen en moed de verzamelen voor de volgende vijf stappen.

Dat het een echte beproeving is, blijkt ook uit het aantal die-harders onderweg. We zijn met zijn drieën: Een stel (met stokken), een man alleen (met stokken) en wij (zonder stokken, die toch wel heel handig waren geweest). Omdat de tocht zo hortend en stotend ondernomen wordt, komen we elkaar op de berg geregeld tegen.

Totdat we zo’n honderd meter voor de eerste summit zijn aangekomen. Wij, helemaal kapot, duizend doden gestorven, zweet op plekken die je niet wilt weten, strompelend de hoek om, struikelen we over een heel blik tegenliggers. ‘Ist es schwer?’ vraagt één van die fris ruikende, ontspannen en netjes in de plooi zittende kledingstukken. ‘Ja’ weet ik eruit te persen terwijl mijn hoofd kookt en pruttelt en denkt: ‘Nee, ik zie voor mijn lol zo rood en hijg als een molenpaard, suk!’

Maar voor we onszelf hebben afgevraagd waar deze frisse mensen vandaan komen, komt onze eerste top in zicht. Dus bikkelen we door. Daar aangekomen laten we ons gelukzalig vallen in het gras. Wat een prestatie! Als we zijn bijgekomen van de eerste euforie, maken we ons op voor dat laatste stukje; het eenzame pad naar de echte top van de Kriegerhorn.

Dit pad blijkt allesbehalve eenzaam. Bosjes blozende gezinnetjes, Russen, Fransen, Duitsers en welke nationaliteit dan ook, die dartelend op hun smetteloze All Stars datzelfde paadje betreden. Tot onze schrik komen we er achter dat de drie liften die in de winter nodig zijn om boven op de Kriegerhorn terecht te komen, het in de zomer ook gewoon doen.

Wij besluiten beduusd, dat wij eigenlijk de enigen zijn die het mooie uitzicht vanaf die Kriegerhorn ook echt verdienen. Samen met onze mede-bikkelaars natuurlijk.


P.s. Eenmaal thuis lees ik in de trailbeschrijving dat het Sagenwald zijn naam dankt aan de mythische houtsnijfiguren die bij elke bocht van de tocht staan. We hebben er slechts twee bewust meegekregen; een soort slakken en deze (ik heb hem ’the scream’ gedoopt). Hoe Freudiaans.