#Doeslief bereikte voor mij afgelopen donderdag een hoogtepunt. Ik zag honderdduizend mensen op het Museumplein in Amsterdam Ajax toejuichen zonder één enkele wanklank. De vader en broer van Appie Nouri mochten als eerste ‘de schaal’ omhoog houden en zorgde zo voor een kippenvel moment en nog meer verbroedering.

Die kippenvel momenten en verbroedering zie ik ook bij ons Eurovisiesongfestival. Een festival waar alle Europese landen, hoe groot of klein ook, hetzelfde podium krijgen. Waar we onze armen spreiden voor niet-Europese landen als Israël en Australië. En waar door de verschillende inzendingen heel duidelijk wordt waar we voor staan: dat je mag zijn wie je bent, dat je mag zeggen wat je vindt en dat we allemaal gelijk zijn en recht hebben op een mooie droom. En dan wint onze eigen Duncan ook nog eens.

Terugkijkend op het songfestival denk ik dat we het in onze Europese Unie zo slecht nog niet doen. Ook daar hebben we te maken met maar liefst achtentwintig landen met heel diverse achtergronden, een eigen geschiedenis en andere gewoontes. Achtentwintig landen die gezamenlijk een koers willen uitzetten en vervolgens ook die koers moeten gaan varen. Ga er maar aan staan. Een gezamenlijke koers uitzetten is al lastig genoeg (probeer maar eens met zijn achtentwintigen een gezamenlijke vakantiebestemming te selecteren of doelen te formuleren in een organisatie). Maar daarna moet je ook nog een gezamenlijk dat water op. Terwijl het ene land een super-de-luxe motorboot heeft met de allernieuwste technologie, de ander een snelle zeilboot met gunstige wind. Maar er zitten ook traditionele roeiboten tussen en zeilboten met wat mindere zeilen of aflandige wind.

En daar begint de uitdaging. Want wat we in een gezin, een relatie of op het werk heel normaal vinden – concessies doen om het samen goed te hebben – vinden we op nationaal of Europees vlak ineens ‘zwak’. Dan staan ‘ze’ nergens voor of plegen ‘ze’ kiezersbedrog. Of dan zijn we bang om onze bevoorrechtte positie te verliezen.

Zouden we dat ook vinden als we naar Spanje op vakantie gaan omdat de kinderen daar zo graag naar toe willen, terwijl je zelf liever naar Noorwegen gaat en dat eigenlijk al met je partner hebt besloten? Of als we samen met een collega het werk anders verdelen omdat die ene collega het thuis zwaar heeft met het verzorgen van een zieke vader? Of als we geld lenen aan een vriend die krap bij kas zit omdat hij nooit heeft geleerd hoe hij verstandig met zijn geld moet omgaan? Ik voorspel van niet.

Dus eigenlijk doen we het als Europese Unie zo gek nog niet door die zeilboot met aflandige wind wat meer tijd te geven om zijn bestemming te bereiken. En de super-de-luxe motorboot zijn voorsprong te laten delen met de rest van de vloot. We staan tenslotte allemaal voor dezelfde waarden: dat je mag zijn wie je bent, dat je mag zeggen wat je vindt en dat we allemaal gelijk zijn en recht hebben op een mooie droom.

Dat maakt dat ik trots ben op mijn Europa en 23 mei vol overgave stem.