Als drie kleine kleutertjes zitten ze daar op een betonnen bankje. Drie individuen.

De middelste spreekt het meest tot de verbeelding. Zilveren badslippers, een machtig ontbloot bovenlijf en een prachtig Afrokapsel. Met een soort stemvork plukt ie wat nonchalant in zijn weerbarstige haar.

De personen links en recht van hem lijken hem te flankeren. Naast zoveel persoonlijkheid en eigenheid vallen zij niet zo op.

Links een Mediterraans ringbaardje, een Adidas outfit en een telefoon. Rechts een bleekneus, een afgesleten spijkerbroek en een zwartgallig jasje.

Drie culturen met als overeenkomst een peuk, een energiedrankje en kennelijk een goed gesprek. Want er wordt met handen en voeten gesproken. Veel gelachen. Als de tijd vordert schuiven ze dichter en dichter naar elkaar toe.